Een werknemer, die door ziekte niet in staat is om zijn werk te doen, heeft voor een periode van 104 weken recht op loondoorbetaling. Heeft de werknemer na zijn ziekteperiode zijn eigen arbeid hervat, dan ontstaat een nieuwe periode van verplichte loondoorbetaling wanneer de werkzaamheden meer dan vier weken hebben geduurd. Wel heeft een werknemer, die binnen vijf jaar door dezelfde oorzaak weer uitvalt, recht op een WIA-uitkering zonder wachttijd. De uitkering wordt verminderd met het inkomen van de werknemer.

Een werkneemster hervatte haar werkzaamheden na een periode van arbeidsongeschiktheid volledig. Kort voor het einde van de periode van verplichte loondoorbetaling stelde het UWV vast dat de werkneemster geen recht had op een WGA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Drie jaar later viel de werkneemster door een verslechterde gezondheid opnieuw uit. Het UWV kende aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering toe en vervolgens een WGA-loonaanvullingsuitkering. De uitkering werd via de werkgever betaald. Omdat het loon van de werkneemster dat door de werkgever werd doorbetaald hoger was, vorderde het UWV de betaalde uitkering terug van de werkgever. Over het terugvorderingsbesluit volgde een procedure, die eindigde bij de Centrale Raad van Beroep. Volgens de Centrale Raad van Beroep voldeed de werkgever met de loonbetaling aan de werkneemster aan zijn wettelijke verplichting, ook al had de werkgever de betalingen ten titel van voorschot gedaan.

Het besluit van het UWV dat de werkgever verplicht was om het loon aan de werkneemster door te betalen, met als gevolg dat de WIA-uitkering door verrekening met het loon niet werd uitbetaald, is volgens de Centrale Raad van Beroep terecht genomen. Dat gold niet voor het terugvorderingsbesluit. In het verleden bepaalde de wet dat een onverschuldigd betaalde uitkering van de werknemer moest worden teruggevorderd. De woorden “van de betrokken werknemer” in de terugvorderingsbepaling zijn echter vervallen. Toch brengt dat niet mee dat een onverschuldigde betaalde WIA-uitkering, die via de werkgever is betaald, kan worden teruggevorderd van de werkgever. In juridische zin is de betaling niet aan de werkgever maar aan de werkneemster gedaan. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het terugvorderingsbesluit herroepen.