De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord over de waardeoverdracht van kleine pensioenen. Een pensioenuitvoerder heeft na beëindiging van de deelneming onder voorwaarden recht op automatische waardeoverdracht van opgebouwd pensioen. De voorwaarden zijn dat het opgebouwde pensioen van de gewezen deelnemer onder de afkoopgrens ligt en de gewezen deelnemer is toegetreden tot een pensioenregeling van een nieuwe werkgever. Er is geen recht op waardeoverdracht als de arbeidsverhouding met de werknemer in stand blijft en de werkgever een andere pensioenuitvoerder kiest. In die gevallen bestaat er ook geen recht op individuele waardeoverdracht.

De minister kan niet zeggen hoe vaak sinds de ingang van de Wet waardeoverdracht klein pensioen succesvol een klein pensioen is overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder. De evaluatie van de wet is voorzien voor 2021. Volgens de minister zijn er sinds 1 augustus jl. daadwerkelijk kleine pensioenen automatisch overgedragen.

Bij de overstap naar een andere pensioenuitvoerder heeft de werkgever de keuze tussen wel of geen collectieve waardeoverdracht. Bij de keuze om niet over te dragen blijven de opgebouwde pensioenen bij de oude pensioenuitvoerder. Verdere opbouw van pensioen vindt plaats bij de nieuwe pensioenuitvoerder. Kiest de werkgever voor collectieve waardeoverdracht, dan gaan in beginsel alle opgebouwde pensioenen over naar de pensioenregeling bij de nieuwe pensioenuitvoerder.

Het hoofddoel van de Wet waardeoverdracht klein pensioen is het behouden van de pensioenbestemming van kleine pensioenen. De mogelijkheid van tussentijdse afkoop is in het belang van de deelnemers ingeperkt. Het systeem van automatische waardeoverdracht tussen pensioenuitvoerders is bedoeld om pensioenadministraties niet te veel te belasten.

De Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars hebben de minister verzocht om het recht op automatische waardeoverdracht uit te breiden met achtergelaten kleine pensioenen vanwege het niet collectief overdragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder. Er zijn pensioenuitvoerders die kennelijk moeite hebben met het onderscheiden van de verschillende soorten achtergelaten kleine pensioenen in hun administraties. De minister staat welwillend tegenover dat verzoek, maar heeft meer informatie nodig om een beslissing te kunnen nemen.