De Belastingdienst verstrekte in 2012 en 2013 aan een zzp’er, die werkte in de zorg, een VAR-winst uit onderneming (VAR-wuo). De zzp’er verleende awbz-zorg in natura en zorg aan particulieren met een persoonsgebonden budget (pgb). Eind 2013 diende de zzp’er een aanvraag in voor een VAR-wuo voor 2014. In plaats daarvan verstrekte de Belastingdienst een VAR-loon. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de inspecteur op de aanvraag een VAR-loon voor de awbz-werkzaamheden en een VAR-wuo voor de pgb-werkzaamheden had moeten geven. Door alleen een VAR-loon te geven heeft de inspecteur onrechtmatig gehandeld.

Hof Amsterdam moest vervolgens onderzoeken of de zzp’er schade had geleden die voor vergoeding in aanmerking kwam. Duidelijk was dat de zzp’er in 2014 aanzienlijk minder pgb-inkomsten had genoten dan in 2013. Het hof vond aannemelijk dat dit kwam door het ontbreken van een VAR-wuo in 2014. Uit overgelegde documenten bleek dat potentiële opdrachtgevers de zzp’er om die reden niet wilden inhuren. Er was sprake van geleden schade en er bestond een causaal verband tussen de geleden schade en het niet geven van een VAR-wuo. De zzp’er had recht op schadevergoeding. Ter zitting kwamen partijen overeen dat het te vergoeden bedrag aan schade € 10.000 bedroeg.