Naar aanleiding van een besluit van de staatssecretaris van Financiën zijn Kamervragen gesteld over een vermeende versobering van het nabestaandenpensioen. Volgens een eerder besluit uit 2015 was het mogelijk om een knip aan te brengen in een nabestaandenpensioen op risicobasis. Bij een pensioen op risicobasis wordt geen “spaarpot” gevormd, maar wordt het overlijdensrisico van de deelnemer aan de pensioenregeling verzekerd. Door de knip kon het tot 2015 geldende hogere nabestaandenpensioenpercentage op de jaren voor 2015 van toepassing blijven en hoefde met het lagere percentage alleen in latere jaren rekening gehouden te worden. Anders dan de vragensteller meende is deze mogelijkheid in de meest recente versie van het besluit uit november 2017 ook opgenomen. Van een versobering van het nabestaandenpensioen is volgens de staatssecretaris geen sprake.

Voor middelloonregelingen geldt een lagere franchise dan voor eindloonregelingen. Toegestaan is dat de lagere franchise ook gebruikt mag worden als het nabestaandenpensioen binnen een middelloonregeling op het eindloon van de deelnemer is gebaseerd. Dat was aanvankelijk op basis van een tijdelijke goedkeuring, maar is inmiddels een permanente aanwijzing geworden. De combinatie van een knip in een nabestaandenregeling en de lagere franchise voor middelloonregeling is echter niet toegestaan. Dat is niet veranderd ten opzichte van het vorige besluit.