Een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden had betrekking op de vraag of een buitenlands pensioen onderdeel was van het Nederlandse premie-inkomen van de gepensioneerde. De procedure betrof een inwoner van Nederland die een pensioen uit Australië ontving. Als inwoner van Nederland was hij verzekerd voor de volksverzekeringen en voor de Zorgverzekeringswet. De belastingheffing over het Australische pensioen was op grond van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting toegewezen aan Australië. Australië kent geen stelsel van premieheffing voor de sociale zekerheid of de medische verzorging. Wel wordt een groot deel van de belastingopbrengsten in Australië aangewend voor socialezekerheidsuitkeringen en medische voorzieningen. De door de inwoner in Nederland genoten medische verzorging kwam niet voor rekening van Australië.

De pensioengenieter meende dat hij, omdat zijn pensioen was onderworpen aan de Australische belastingheffing, was onderworpen aan een belastingheffing voor sociale zekerheid en medische verzorging. Het hof was van oordeel dat het belastingverdrag niet van toepassing is op de heffing van premies voor de sociale verzekeringswetten. De heffing van premies voor de volksverzekeringen en de Zorgverzekeringswet kan niet worden aangemerkt als belastingheffing. Er was geen sprake van dubbele belastingheffing.